In een klein dorpje, niet ver hier vandaan, staat een mooi, groot landhuis. De familie Van Ekelstrom tot Flierwijnen bewoont het landhuis al zolang als de mensen van het dorp zich kunnen herinneren. Vroeger behoorde het gehele dorp eigenlijk aan de landheer. Er waren verschillende pachtboerderijtjes, en die bewoners stonden dan weer in dienst van de landheer. Alle landerijen zover als men kon zien, behoorden in die tijd aan de familie. Dit is allang niet meer zo. Alleen het landgoed, met de ommuurde tuinen, èn de portierswoning behoren nog aan de familie Van Ekelstrom tot Flierwijnen. Ook heeft de familie in de grote stad verderop nog wat appartementsgebouwen laten zetten, dat is veel minder bewerkelijk dan al die landerijen. Aangezien er tegenwoordig geen portier meer in dienst is, verhuren ze de kleine portierswoning aan een familie uit het dorp, de familie Klep.
Ik zal jullie beide families eens voorstellen. We beginnen (zoals het hoort) met de familie Van Ekelstrom tot Flierwijnen. Allereerst zijn daar natuurlijk de baron en de barones. Meneer de baron is een vriendelijke, enigszins gezette man van ongeveer veertig jaar. Hij heeft graag een goede, uitgebreide maaltijd, met een goed glas wijn. Als hij na het 'diner' (een baron eet natuurlijk niet, maar dineert) een goed glas port met een dikke sigaar heeft is hij heel tevreden met zichzelf en met het leven. Zijn werkzaamheden bestaan voornamelijk uit het nazien van zijn bankrekening en het controleren van de gestorte bedragen van de huurders van zijn appartementsgebouwen en van de huurders van de portierswoning... Jaja, meneer de baron is een tevreden mens.
Mevrouw de barones is een heel ander geval. Het enige wat ze met haar echtgenoot gemeen heeft is haar gezette gestalte, hoewel gezet... De barones is gewoon wat men noemt een dikke dame. Bij haar komt het niet zozeer door de uitgebreide maaltijden, o nee, zij is immers altijd op dieet, ze eet bijna niks. Nee, bij haar komt het eerder door de pralines! Want ook al is zij altijd op dieet, ze heeft altijd wel ergens een doos van de heerlijkste pralines verstopt staan. Die eeuwige diëten zijn natuurlijk niet bevorderlijk voor haar humeur...
De baron en de barones hebben samen twee kinderen. Junior en Clothilde. Over hen is niet veel bijzonders te vermelden, het zijn gewoon twee verwende krengetjes.
Het landhuis heeft vele kamers. Er zijn vijf logeerkamers, waarvan vier met badkamer en eentje met een vaste wastafel. De baron, de barones en de beide kinderen hebben elk een eigen slaapkamer en een eigen kleed- speelkamer. Dan zijn er nog de salon, de huiskamer, de eetkamer, de gezamenlijke speelkamer en de woonkeuken. Niet meegerekend zijn de vertrekjes op zolder, waar het personeel is ondergebracht.
Nu de familie Klep. Dat is een heel ander verhaal. Vader Klep is arbeider in een verffabriek, toevallig eigendom van... jawel, baron Van Ekelstrom tot Flierwijnen. Het werk is vies, zwaar, eentonig en wat je nog maar meer vervelend vindt. Hij draait soms dubbele shiften om genoeg te kunnen verdienen om zijn gezin te onderhouden. Hij heeft een heel goed karakter, maar is meestal te moe om dat te tonen.
Moeder Klep is een vrolijke, hardwerkende vrouw. Er zitten eigenlijk niet genoeg uren in een dag om haar het werk in het huishouden volledig te laten doen, maar toch springt ze af en toe nog bij als er een andere arme sukkelaar op het dorp ziek is. En altijd hoor je haar van verre al aankomen, want altijd zingt ze het hoogste lied. Vader en moeder Klep hebben negen kinderen. Jan, Trees, Joke, Piet, An, Jef, Mies, Bart en Wim.
Het huis heeft beneden één ruimte, waar gegeten, gekookt, gewassen, gestreken, gespeeld, huiswerk gemaakt enz. wordt. In een hoekje van die ruimte hangt een gordijn, en daarachter staat het opklapbed van vader en moeder. Het is geen tweepersoonsbed, maar ook geen eenpersoons, het is wat je noemt een 'twijfelaar'. 's Avonds als eindelijk alle kinderen slapen, en vader en moeder helemaal klaar zijn met hun werk, zetten ze de elf stoelen die ze hebben ondersteboven op de tafel, zodat de tafel helemaal in de hoek kan staan. Dan is er precies genoeg plaats om het opklapbed naar beneden te laten komen. Ze moeten dan wel over de enige luie zetel die ze hebben heen kruipen om in hun bed te geraken, maar als je dat eenmaal gewend bent zeur je daar niet meer over.
Boven is er de zolder, in het midden is er van planken een soort muurtje gebouwd, zodat de jongens aan de ene kant en de meisjes aan de andere kant kunnen slapen. Ze hebben van stro en jutezakken heerlijke matrassen gemaakt, er zijn zelfs dekens, maar die gebruiken ze alleen als het vriest, want normaal is het zo al warm (ik zou zeggen benauwd) genoeg met z'n negenen in die kleine ruimte.
Zo, nou kennen jullie de beide families en nu komen we waar we zijn moeten, nl. bij het verhaal waar het om draait.
Eigenlijk is er één hoofdpersoon in dit verhaal. En dat is Wim. Wim is de jongste telg van de familie Klep en zit op school bij Junior Van Ekelstrom tot Flierwijnen in de klas. Het zijn geen vrienden, daarvoor is de achtergrond van de beide jongens te verschillend. Junior kijkt een beetje op Wim neer, omdat hij altijd van die versleten kleren draagt, moeder herstelt alles wel netjes, maar je ziet het er toch aan. En in z'n hart is Junior eigenlijk een beetje jaloers op Wim. Wim kan namelijk heel goed leren en dat mankeert er bij Junior nog al eens aan. Wim heeft niet veel vrienden. Hij heeft daar ook eigenlijk geen tijd voor, want na school rent hij altijd direct naar huis om moeder te helpen met het vele werk in huis. Wim weet al heel lang wat hij later wil worden. Dierenarts. Hij weet dat het een lange dure studie zal zijn, maar hij doet goed zijn best op school, en zal, als hij oud genoeg is, een bijbaantje zoeken. Samen met de studiefinanciering en de kinderbijslag zal hij dan wel rondkomen. Wim leidt een vrolijk leventje. Tegen een beetje werk ziet hij nooit op en de plagerijen van Jan en Piet, zijn oudere broers, laat hij over zich heen komen. Vader en moeder houden wel in de gaten dat ze niet te ver gaan. Jan zou dat ook nooit doen, maar Piet.... die is niet helemaal te vertrouwen.
Dan wordt vader ziek. Dit verandert de hele situatie bij de familie Klep. Alles wat vroeger licht en vrolijk was, wordt nu donker en triest. Moeder loopt op haar tenen door het huis om vader niet te storen, nooit meer klinkt haar heldere stem door het huis. Waar ze vroeger altijd liep te zingen, loopt ze nu haar neus te snuiten, en haar tranen weg te vegen. Of ze neemt een flinke slok wijn, om haar gedachten uit haar hoofd te zetten. Vader kan niet meer beter worden, heeft dokter gezegd. En na een lange slepende ziekte, komt vader op een sombere oktoberdag te overlijden. Ook al hebben ze het allemaal aan zien komen, toch is het nog een grote schok voor de familie Klep. Vooral Wim, de jongste, heeft het er erg moeilijk mee. Vader, zijn grote voorbeeld, zijn vriend. Vader, die hem altijd in bescherming nam tegen de grote broers, als ze Wim weer eens aan het plagen waren. Vader, die lieve man, dood... Natuurlijk, vader is nu bij de Here Jezus, en hij zal nooit meer pijn hebben, dat weet Wim ook wel, en later, later zal Wim vader wel weer zien. Hij weet niet helemaal zeker of je in de hemel elkaar wel zal herkennen, maar toch mag hij er op vertrouwen dat vader en moeder en hijzelf allemaal in de hemel zullen komen.
Maar daar heeft hij nu zo weinig aan. Nu mist hij vader. De andere kinderen missen vader ook erg. De één is wat stiller dan anders, de volgende is juist wat luidruchtiger dan anders, elk uit zijn verdriet op zijn eigen manier. Ook Piet heeft verdriet, maar Piet heeft niet zo'n mooi karakter en helaas uit het zich bij Piet op een lelijke manier. Piet, die altijd al een plaaggeest was, weet nu van geen ophouden meer. Vooral Wim heeft het zwaar te verduren. Moeder sluit zich op in haar verdriet, en doet het domste wat een mens met verdriet kan doen, moeder begint te drinken. Goedkope troep van de Aldi. Moeder loopt nu eigenlijk altijd in een soort roes door het huis.
Vader is er niet meer, dus niemand neemt het nog voor Wim op en het wordt van dag tot dag erger. Wim is een flinke knul voor zijn zeven jaar, maar tegen Piet kan hij echt niet op hoor. Piet wordt al veertien... Het blijft nu echt niet meer bij plagerijen, het begint meer op mishandeling te lijken. Altijd heeft Wim wel ergens blauwe plekken, één keer is Wim door een gemeen trucje van Piet zelfs zo hard gevallen dat zijn arm gebroken was. Hij kan tegen niemand vertellen hoe het gekomen is, want elke keer als hij het aan moeder wil vertellen, krijgt hij er van haar nog een pak slaag bovenop. Wim houdt zoveel van moeder dat hij het haar telkens weer vergeeft. Hij weet dat het bij haar door de drank komt, maar Piet, die heeft gewoon een slecht karakter!
Nu is echter de maat vol. Piet heeft het jonge katje van Wim vastgebonden in een oude holle boom, en toen Wim het eindelijk vond, was het al te laat. Het katje was dood.
Van studeren later, zal ook wel niks meer terecht komen, want moeder heeft gezegd dat ze allemaal direct van school moeten komen, zodra ze geen leerplicht meer hebben. Ze moeten dan meehelpen verdienen, want de ziekte van vader heeft veel geld gekost. Er waren veel medicijnen die niet door het ziekenfonds vergoed werden, en toch had vader ze steeds nodig gehad. Gelukkig heeft de meneer van de bank alles betaald, maar nu moet dat worden terugbetaald, en dan nog met rente!!! Wim heeft het er moeilijk mee. Natuurlijk wil hij graag moeder helpen, om haar schulden te betalen, maar hij wil ook veearts worden. Wat moet hij doen?
Na het geval met het jonge katje, moet Wim echter niet lang meer nadenken. Hij gaat hier weg. Als hij hier weg kan, en hij kan voor veearts studeren, verdient hij later genoeg om al moeders schulden af te betalen, en dan mag ze bij hem komen wonen. Zo zal hij het doen.
Maar nu nog wegkomen, hoe gaat hij dat aanpakken?
In het hoofd van Wim ontstaat een plannetje. Het lijkt voor ons een erg dom plannetje, maar je moet niet vergeten dat Wim pas zeven jaar is. Hij gaat sparen voor een ladder. Als hij elke week zijn 50 cent snoepgeld opzij legt, kan hij binnen een maand of drie genoeg bij elkaar hebben om een tweedehands ladder te kopen. Die gaat hij dan tegen de hoge muur om het kasteel zetten, en dan klimt hij over de muur. Als hij dan aan de baron vertelt hoe hij mishandeld wordt, en dat hij niet mag studeren, dan zal hij vast en zeker daar wel mogen komen wonen en dan komt alles toch nog goed...
Helaas... het loopt allemaal een beetje anders. Wim spaart tot hij genoeg centjes heeft om een ladder te kopen, klimt over de muur van het kasteel, springt naar beneden en.... is zwaar gewond. Pas na twee dagen wordt hij gevonden door de tuinman. Die roept eerst de baron er bij. De baron ziet het arme jongetje, neemt hem op en legt hem boven in één van de logeerkamers. De dokter komt erbij en zegt dat het nog wel weken kan duren voor het arme kind hersteld zal zijn. De baron besluit dat Wim tot zolang in het kasteel mag blijven. Dan doet Wim zijn verhaal, en de baron heeft wel schik in het leuke joch. Zijn grote hart vult zich met medelijden als hij de blauwe plekken en de littekens ziet. Hij gaat er eens met de barones, Junior en Clothilde over praten. Er is toch plaats genoeg in het kasteel en één mondje meer of minder voeden, daar zal het ook niet op aankomen.
De barones is het er echter helemaal niet mee eens. Ze hebben wel vijf logeerkamers, maar als dat vieze kind hier blijft, houden ze nog maar vier logeerkamers over!!! Ook Clothilde was het er niet mee eens. Eén broertje was al meer dan genoeg, ze wou niet nog zo'n vervelend schepsel in haar omgeving! Junior was helemaal niet te spreken over het idee van zijn vader. Iedereen zou hen dan gaan vergelijken, en dan zou iedereen zien dat Wim veel slimmer was dan hij. Nee, hij zou er wel een stokje voor steken!!
Ze komen er niet uit. Dan heeft de baron een idee. Ze zullen de meester van school als onpartijdige rechter uitnodigen, en dan mag ieder om de beurt zijn verhaal doen. Hetgeen de meester dan beslist, dat zal gebeuren.
Meester wordt uitgenodigd en krijgt eerst het verhaal van Wim te horen: dat hij wordt mishandeld, en gepest, dat hij niet mag studeren, dat hij zo graag dierenarts wil worden, wat er met zijn katje is gebeurd enz.
De baron doet zijn verhaal. Ze hebben plaats genoeg, geld genoeg en ze kunnen dat arme kind toch niet naar dat kleine huisje terug sturen, waar hij geslagen en geschopt wordt, waar hij altijd moet werken, waar de enige volwassene die er is, altijd dronken is...
De meester schudt zijn hoofd om zoveel ellende, maar wil dan toch ook het verhaal van de barones, Clothilde en Junior horen. Tja, hoe die er over denken, hebben jullie al kunnen lezen. Junior dikt het nog een beetje aan, door te zeggen: als Wim dan zo zielig en arm is, hoe heeft hij dan geld kunnen sparen voor een ladder? Junior beweert dat Wim gewoon liegt.
Het oordeel is nu aan de meester. Is Wim een zielig, mishandeld jongetje, dat een beetje liefde en warmte en veiligheid zoekt, en ook graag wil studeren? Of is Wim een economische vluchteling, die wil studeren en daarbij ook een beetje liefde en warmte en veiligheid zoekt? Is het Wim om het geld voor zijn studie te doen?
Of... Weten jullie het?
Het lijkt zo gemakkelijk voor ons. Natuurlijk is Wim ook gevlucht omdat hij weet dat de baron geld heeft om hem te laten studeren, maar er zijn toch nog veel meer redenen. Hij heeft toch echt zijn arm gebroken, en het katje is toch echt dood? Ook de littekens en blauwe plekken liegen er niet om. Ik ben misschien maar een gewone huisvrouw, maar ik weet wel wat ik zou zeggen als ik de meester was. Ik zou zeggen dat het toch niet eerlijk verdeeld is in de wereld, en dat het maar heel normaal zou zijn als Wim op het kasteel zou komen wonen. Dat er zelfs plaats en geld genoeg is om nog veel meer arme kinderen uit te nodigen. Dat de barones er geen praline minder door zou moeten eten. Ik zou het wel weten... Hoe de meester oordeelt doet er verder eigenlijk helemaal niet toe, hoe jullie zelf oordelen, dat doet er toe!
PS
Zes miljard mensen op de wereld en genoeg eten en drinken en genoeg plaats om te wonen. Jammer genoeg is al het eten en drinken hier, vind je het gek dat al die mensen dan ook hier willen wonen?
10 opmerkingen:
Ik word er stil van..
Je hebt echt overschot van gelijk. En het verhaal is echt keimooi geschreven. Meer mensen zouden dit moeten lezen..
Thx
Ben er eindelijk toe gekomen dit te lezen... Kan alleen maar 't zelfde zeggen dan Goudlokje...
*zucht*
't zelfde zeggen ALS Eef ;)
foei en dat voor zo'n taalfreak als jij
Ik heb het nog niet gelezen, id examens lijkt dat allemaal zoveel tijdverlies terwijl ik wel zoveel tijd verdoe met kleine dingetjes...
Maar ik zal het binnenkort zeker eens lezen, zeker nu ik goudlokje en Eefs reacties zie!
maar bij deze dus ook even laten weten dat ik jouw blog ook lees ;)
(en de korte stukjes lees ik onmiddellijk ;))
wow, nu ben ik helemaal stil...
enneh, soet, weet je nog wat mama over 'dan' ipv 'als' gezegd heeft? niet doorvertellen hè ;-)
haha jaaaa ik weet het nog!!
*grijns*
(nu moet ik wel heel erg mijn best doen het niet door te vertellen...)
wow.. mooi geschreven, word er net als de rest helemaal stil van..
Dit verhaal moet door meerderen gelezen worden! wow...
hopelijk zet het mensen aan het denken, maak er maar reclame voor :-)
Een reactie posten